Hoofdstuk 7

543 35 9
                                    

Ik schrik op van gedonder. Ik open mijn ogen en kijk even verward rond, waarna ik me besef dat ik niet thuis ben. Ik zucht en krimp ineen als ik opnieuw gedonder hoor. Het onweert. Ik zucht schokkerig uit en trek mijn benen naar mijn borst. Ik haat onweer. Ik vind het verschrikkelijk, maar dat komt omdat ik over het algemeen harde geluiden niet prettig vind. Opnieuw begint het te donderen. Ik heb het gevoel alsof het geluid steeds harder word. Ik slik en kijk rond. Het is enorm donker, dus ik zie haast niks. Het regent hard, wat goed te horen is, aangezien Milo op zolder slaapt. Ik jammer zachtjes als het geluid inderdaad steeds luider word. Ik wil gewoon slapen en nooit meer wakker worden. Opnieuw jammer ik zodra ik door krijg dat mijn gedachten weer op hol slaan en het steeds erger begint te onweren.

'Mhm, Matthyas?' hoor ik dan. Ik schrik op als er opeens een schim naast me staat. Ik verschiet een beetje, maar zie dan dat het Milo is. 'Oh, hoi', mompel ik en kijk weg.

'Wat is er aan de hand?' vraagt hij me en gaat naast me zitten. 'Kan niet slapen', zeg ik hem en staar wat voor me uit. 'Oh, door de onweer?' vraagt hij door. Ik knik, vergeten dat hij dat niet kan zien. 'Mhm', zeg ik dan en kijk op. Het is gênant, dus eigenlijk wil ik het niet gênanter maken dan het al is. 'Wil je.. even bij mij liggen? Of ga je wachten tot je wel kunt slapen?' vraagt hij. Volgensmij weet hij niet zo goed hoe hij moet helpen. Ik zucht en sla mijn ogen neer, 'Oké', mompel ik. 'Kom', zegt hij en staat op, 'Wil niet dat je valt' Ik pak twijfelend zijn hand en laat hem mij mee nemen. Ik kruip op zijn bed en ga liggen. 'Wil je dat ik tegen je praat? Of wil je gewoon dat ik mijn bek houd', lacht hij zachtjes. 'Praat', mompel ik en ga comfortabel liggen. 'Oké. Nou uhm', zegt hij en begint wat te vertellen. Ik voel hoe ik langzaam vergeet dat het onweert en hoe ik dan ook al snel weg ben..

- tijdskip -

Zodra ik wakker word, zie ik dat er al wat licht in de kamer komt. Ik zucht en draai me op mijn zij. Ik schrik op als mijn hand tegen iets warms aan komt. Gelijk trek ik mijn hand terug en kom omhoog. Als ik beter kijk zie ik dat het Milo is. Ik frons en kijk even rond. Huh? Na even besef ik me wat er gisteravond is gebeurt. Fucking hell, Matthyas. Ik gaap en laat me dan toch weer terug in het matras zakken. Even staar ik naar het plafond. 'Mhm', klinkt het dan. Ik kijk op en zie Milo zich op zijn rug draaien. Ik blijf stil en leg mijn handen op mijn buik. Een geluidje verlaat zijn lippen en hij draait zich op zijn zij, met zijn gezicht naar mij toe. Ik kijk hem even aan en zie dat hij zijn ogen heeft gesloten. 

Mijn ogen gaan weer richting het plafond en na even besluit ik dan ook op te staan. Net als ik dat wil doen, zie ik hoe Milo zijn ogen opent en even rond kijkt. 'Oh hoi', zegt hij en wrijft even in zijn ogen. 'Hey', antwoord ik en gooi mijn benen over de rand van het bed. 'Beetje kunnen slapen?' vraagt hij en gaat zitten. 'Ja, prima' "Goed" Ik knik en pers mijn lippen op elkaar. Gênant weer.. Ik sta op en loop naar mijn tas, die ik nog niet uitgepakt had. Ik pak er een wijde, blauwe broek uit met een witte coltrui. Even kijk ik bedenkend zodra ik ook nog een donkerblauwe coltrui zie. 'Blauw of wit?' zeg ik dan tegen Milo, terwijl ik mijn hoofd naar hem toe draai. Hij fronst, 'Huh?'

'Blauw of wit?' herhaal ik mezelf. 'Uh, blauw?' antwoord hij. Ik knik en pak de donkerblauwe coltrui, waarna ik mijn tas dicht rits en mezelf uit kleed tot mijn boxer. Ik trek mijn broek aan en een de coltrui, waarna ik mijn witte Nikes pak en aan trek. 'Heb je haast ofzo?' lacht Milo dan. 'Ja, ik ga roken', antwoord ik hem en sta op van het bed, waar ik op was gaan zitten toen ik mijn schoenen ging aantrekken. 'Oh', hoor ik hem zeggen. Ik negeer hem en verlaat zijn kamer, zodra ik mijn mobiel heb gevonden. Ik maak mijn weg naar beneden en trek daar mijn jas aan, waarna ik besluit toch eerst wat te gaan eten. Ik pak een bakje en kijk even rond. Net als ik een kasje wil open trekken, word ik bij mijn heupen gepakt. Ik schrik en draai me om. 

'Boe', zegt Milo lachend. 'Klootzak', antwoord ik. 'Bangerik', glimlacht hij, waarna hij me een knipoog geeft en mijn heupen los laat. Gelijk duw ik me van het aanrecht weg. 'Ik dacht dat je ging roken?' zegt hij me, terwijl hij cola pakt uit de koelkast. 'Zo', antwoord ik en trek wat kastjes open, waarna ik eindelijk muesli vind. Ik gooi wat in het bakje en pak dan melk uit de koelkast. 'Oh. Er komen zo vrienden van me trouwens', zegt hij en gaat op het aanrecht zitten, precies naast mijn bakje muesli. Ik pak mijn bakje en ga tegen het aanrecht ertegenover staan. Milo haalt ondertussen een lepel uit de lade en wilt die mij aangeven. 'Dacht dat je geen vrienden had', zeg ik hem en wil de lepel aanpakken. 

'Oh?' zegt hij en trekt de lepel terug. Ik zucht en draai mijn ogen, 'Grapje joh, sukkel' "Oh?" 'Geef mij die lepel' "Oh?" Ik zet mijn bakje neer en grijp zijn pols hard vast, waarna ik mijn andere hand op til om de lepel te pakken. 'Matthyas!' klikt het gelijk. Ik schrik op en verzwak mijn grip rond Milo's pols, terwijl ik mijn andere hand laat zakken. 'Jezus, waarom moet je toch altijd geweld gebruiken?' hoor ik mijn vader zeggen. Ik kijk verbaasd, 'Wat?' "Hallo? Ik ben niet blind. Ik zie toch dat je hem wou slaan" Ik kijk Milo verbaasd aan, die fronst. 

'Hij wou me niet slaan?' zegt Milo, die me fronsend aan kijkt. Ik schud mijn hoofd, lichtelijk gekwetst dat mijn vader dat dacht. 'Oh. Sorry Matthy', verontschuldigd mijn vader zich gelijk. 'Ach, laat het', zeg ik en pak de lepel uit Milo's hand, die ik in het bakje muesli leg. 'Honger? Alsjeblieft', zeg ik en druk het bakje richting Milo, waarna ik mijn pakje sigaretten uit mijn jaszak pak en mijn weg naar buiten maak. 

'Matthy!' hoor ik mijn vader me roepen, maar ik negeer het en gooi de voordeur hard achter me dicht. Ik besluit een rondje te lopen. Niet te ver van het huis, want anders raak ik verdwaald. Ik zucht en stop mijn handen in mijn zakken. Diep in gedachten verzonken, maak ik een rondje door de buurt. Na even komt het huis alweer in zicht. Ik zucht. Eigenlijk heb ik totaal geen zin om mijn vader onder ogen te komen. 

Ik besluit maar gewoon te gaan zitten het bankje die daar staat. Ik ga precies zo zitten dat mijn rug naar de voordeur gekeerd is zodat, stel mijn vader komt naar buiten, hij weet dat ik geen zin hem heb. Ik trek mijn benen op het bankje en steek een sigaret aan, waarna ik de sigaret tegen mijn lippen zet en de rook inadem, waarna ik het weer uitadem. Dit herhaal ik, terwijl ik mijn telefoon begin te checken. Ik frons als ik zie dat ik ben geappt door een onbekend nummer. Meerdere keren zelfs.

+31 6 20472859: Hey -Milo 11:14

+31 6 20472859: Ben je oké? Waar ben je heen gegaan? 11:14

+31 6 20472859: Ik zweer ik zal niks zeggen tegen je pa. 11:19

+31 6 20472859: Het was niet eerlijk dat hij je daarvan beschuldigde, maar alsjeblieft doe geen domme dingen oké. 11:23

+31 6 20472859: Matthyas? 11:29

+31 6 20472859: Laat verdomme wat van je horen. 11:34

+31 6 20472859: Ik weet dat je je telefoon mee hebt, dus zeg ff iets zodat je pa zich geen zorgen hoeft te maken. 11:41

+31 6 20472859: Jij bent echt een klootzak man. 11:45

+31 6 20472859: Gast, ik begin me echt zorgen te maken om je. 11:52

- gemiste oproep om 11:55 - 

- gemiste oproep om 11:57 - 

- gemiste oproep om 11:59 -

- gemiste oproep om 12:02 - 

Een kleine glimlach vormt zich op mijn gezicht. Ik open nog even snel de vele appjes van me vader en besluit daar niet op te antwoorden, waarna ik de chat van Milo weer open en zijn nummer snel opsla.


Without you // bankzittersWhere stories live. Discover now