Hoofdstuk 9

509 28 3
                                    

Ik kijk op als ik zie hoe Raoul de auto een parkeerplaats op draait. Ik maak mijn gordel los en zie hoe Robbie uit stapt. Ik houd de deur open met mijn hand en stap ook uit, waarna ik de deur dicht gooi en zie hoe Raoul de auto op slot klikt, waarna hij zie weg draait.

Ik volg de jongens maar gewoon, want ik heb geen idee waar we heen moeten. Milo sjouwt met mijn tas, wat me zachtjes laat lachen. Hij kijkt op. 'Wat lief dat je met mijn spullen sjouwt', glimlach ik. Gelijk krijg ik de tas in mijn handen gedrukt. 'Nou ja zeg', mompel ik. Hij lacht. Als we de kleedkamers in stappen, zie ik iedereen gelijk opkijken. Hun blik blijft hangen bij mij. Ik negeer het en neem naast Milo plaats.

Hij begint zich uit te kleden. Ik doe hetzelfde, waarna Milo me helpt met de scheenbeschermers. 'Ze zijn wel een beetje klein dus hoop dat ze passen', zegt hij en doet ze bij me om. 'Gewoon goed toch?' zeg ik hem als hij ze vast maakt. 'Je bent ook zo mager', lacht hij. Ik frons. Noemt hij me nou mager? Ik ben alles behalve mager hoor.. 'Matthy?' hoor ik dan. Ik schrik op, 'Huh?'

'Jij was ver', lacht hij en trekt de sokken over mijn beschermers. Ik glimlach, 'Ja, sorry.' Ik sta op en volg Milo de kleedkamers uit. Hij legt zijn mobiel en dopper in de dug-out. Ik leg mijn mobiel erbij en volg Milo het veld op. Volgens mij loopt hij richting zijn coach. 'Ha Milo! En jij moet Matthyas zijn, niet?' Ik knik. 'Nou, leuk dat je mee doet! Ik ben Roy. We beginnen altijd met een rondje rond het veld', zegt de man. 'Nou ja zeg', antwoord ik. Roy lacht, 'Nou, snel' Ik zucht en volg Milo, die al was begonnen met rennen.

Zodra we het rondje hebben gedaan, gaan we bij de jongens staan, die al klaar waren. Ik zie hoe de laatsten het rondje ook voltooien, waarna Roy vertelt dat we wat oefeningen gaan doen. 'Oké Milo, jij gaat eerst hé', zeg ik de jongen, terwijl ik zijn arm pak, maar gelijk mijn handen terug trek als ik me besef wat ik doe. Hij kijkt even naar zijn arm, waarna hij knikt. Ik staar even naar de grond.

Ik ben altijd al iemand geweest die anderen graag 'aan raakt'. Een zachte klap als iets grappig is, woorden benadrukken door diegene zachtjes tegen zijn arm te tikken, etc. Alhoewel.. het was niet helemaal de bedoeling om dat bij Milo te doen.

Na even is Milo aan de beurt. Ik volg zijn bewegingen goed, waarna ik hem na doe. Oké, het ging goed gelukkig. Snel ren ik terug richting Milo. Hij glimlacht, waarna hij op kijkt richting Raoul, die iets zegt. Een lichte blos vormde zich op mijn wangen toen Milo naar me glimlachte. Gelukkig keek hij gelijk daarna weg, want anders zou het wel heel ongemakkelijk zijn.

Zodra we stoppen met de oefeningen, gaan we partijtjes spelen. 'Ik ga wel bij jou', zeg ik Milo gelijk. Hij lacht, 'Doe eens rustig joh' Ik glimlach en kijk weg zodra ik hoor dat Roy de teams in deelt. 'En ik denk dat jij bij Milo wilt of niet?' lacht Roy. Ik knik. 'Nou, goed dan, ga maar naar achter', zegt hij. Ik knik en volg Milo naar het achterste doel. 'Ik sta altijd linksbuiten, dus ga jij maar naast mij', zegt Milo. Ik loop wat opzij en kijk hem dan aan. 'Iets verder, ja daar', zegt hij dan. Ik knik en ga staan. Zodra Roy de opstelling goed keurt, beginnen we.

Het gaat goed gelukkig, tot Milo me besluit op te tillen en me aan de kanten zet, zodat hij er vandoor kan met de bal. 'Bro wat de fuck!' schreeuw ik naar hem en ren achter hem aan. Ik spring op zijn rug, waardoor hij schrikt. Robbie pakt de bal af, waardoor Milo om kijkt. Ik lach en spring van zijn rug. 'Klootzak', zegt hij lachend. 'Moet jij zeggen!' antwoord ik en geef hem een duwtje. Hij grinnikt. 'Oké jongens, concentratie!' horen we Roy zeggen. 'Ja, Milo', zeg ik, om hem een beetje op te stoken. 'Klein mormel', antwoord Milo, waarna hij zich snel weer focust op het toernooitje. Ik grinnik en volg hem terug naar onze eigen helft.

- tijdskip -

Pov Milo:

Ik glimlach een beetje richting Matthyas die wat met de jongens praat terwijl hij zich om kleedt. Vandaag heb ik zijn 'zachte' kant ontmoet en dat voelt echt goed: het feit dat ik die kant heb mogen zien. Het lijkt me een lieve en aanhankelijke jongen. Het moment dat hij mijn arm pakte of op mijn rug sprong liet dat zien. Ik denk dat hij op het moment, met de verhuizing en alles, gewoon een beetje in de knoop zit met zichzelf en zich niet goed weet te gedragen. Ik kijk op als ik Matthy hoor lachen. 

Ik glimlach bij het zien van zijn lach: hoe er deukjes in zijn wangen ontstaan en hoe zijn ogen lichtelijk samengeknepen zijn, waardoor hij wat rimpeltjes naast zijn ogen heeft. Het ziet er schattig uit. Ik kijk op naar zijn ogen zodra ik zie hoe hij zijn gezicht naar mij toe draait. Ik glimlach naar hem. Hij glimlacht terug en staat dan op, waarna hij zijn jas pakt en die aan trekt. Ik kom ook omhoog en doe hetzelfde, waarna ik naast hem ga staan. Hij kijkt even omhoog, waarna hij richting de jongens kijkt. 'Gaan?' vraagt Raoul. We knikken.


Without you // bankzittersWhere stories live. Discover now